Toen ik een paar dagen geleden schrijf over John Beerens – waarin mijn liefde voor Brabant al een beetje doorschemerde- besloot ik dat een ode aan Brabant in ‘Schrijfgraag’ niet mag ontbreken. Al bijna zeven woon ik in Arnhem – vlak bij het centrum, park Sonsbeek, het Centraal Station, de Hoge Veluwe (nog nooit geweest, maar het vertelt mooi…)- woon ik heel praktisch en kan ik me alle kanten op bewegen. Zo is Arnhem comfortabel geworden, en de plek waar ik thuis kom. De plek in Nederland die voor mij het meest veilig en vertrouwd is. Toch is Arnhem nooit echt bij me gaan horen, en ik heb nooit onder stoelen of banken geschoven dat ik niet echt van Arnhem houd. Niet zoals Amsterdam (de stad waar ik altijd al affectie mee heb gehad) én niet zoals Brabant…
Niet iedereen weet het (vaak wel nadat je me hebt horen praten) maar ik ben geboren in Den Bosch, getogen in Rosmalen. Voor wie dit leuke dorpje niet kent: het is de plek waar het grootste tennistournooi van Nederland wordt gehouden (de Ordina Open, tegenwoordig Unicef Open) en waar het Autotron staat. Ruim elf jaar woonde ik in Maliskamp, een bijzondere wijk voor mij. Meerdere mensen zullen een bijzondere band hebben met de wijk waar ze zijn opgegroeid, maar Maliskamp is écht anders dan andere wijken. Ze is namelijk afgescheiden van de rest van Rosmalen, door de A2, en daardoor heel close en lekker ‘kneuterig’.
Maar dat ik persoonlijk zo gehecht ben aan die omgeving komt natuurlijk omdat ik er van een baby een puber werd. Ik heb er fietsen en skeeleren geleerd (dat laatste inmiddels ook weer verleerd), vriendinnen gekregen en verloren, de geitjes gevoerd, urenlang in de speeltuin gespeeld, speurtochten gehouden, buurtfeesten bijgewoond, gehockeyd en maïskolven geplukt voor mijn konijnen. Maar vooral ook bijzondere en dierbare momenten meegemaakt, zoals de geboorte van mijn zusje, herinneringen aan mijn moeder, Sinterklaas- en oudejaarsavonden waar ik nog weken vantevoren zenuwachtig voor was. Ik ging voor het eerst zonder mijn vader weg, op schoolkamp, speelde in een stuk of vijf schoolmuscials met bijbehorende barbecues (hoogtepunten van het jaar!), kwam jarenlang elke woensdagmiddag bij de buurtsuper om verse broodjes te halen, dronk nooit mijn karnemelk op, maakten bakken vol figuurtjes van strijkkralen, maakte zoveel arretjescakes dat ik er op een dag zó misselijk van was dat ik ze nóóit meer wilde eten (is ook nooit meer gebeurd), had elke dag mijn zelfverzonnen talkshow met imaginair publiek ‘in de ringen’ aan het speeltoestel in de achtertuin. Je begrijpt dat ik nog drie dagen zo door kan blijven gaan. Wat ik maar wil zeggen is: de herinneringen zijn oneindig en van groot tot klein, maar ze zijn me allemaal heel dierbaar.
En toen verhuisde ik naar Arnhem. Zoals gezegd was ik elf jaar, en ‘rijp’ voor de brugklas. De allereerste dag op de middelbareschool ben ik echt kéihard uitgelachen. Met een bescheten gezichtje vroeg ik me af waarom. Het was mijn accent. Ik was me er nog nooit bewust van geweest dat ik heel Brabants (véél meer dan nu, voor de duidelijkheid) praatte, omdat in Brabant simpelweg iedereen Brabants praat.
En dat is nou juist waarom ik zo van Brabant houd: Brabant is één. De Brabantse mentaliteit (ja, ik geloof echt dat die bestaat) is wat alle Brabanders gemeen hebben. Nee, natuurlijk kun je geen hele groep over één kam scheren, en mag ik niet zo generaliseren, maar veel Brabanders zijn nuchter, gezellig, gastvrij, toegankelijk, soms wat dommig maar vooral ook tevreden. En door die karaktertrekken maakt het niet uit of je arm of rijk bent, moeilijk of makkelijk – daardoor is er veel minder ‘scheiding’ onder de bevolking dan dat ik hier in Arnhem bijvoorbeeld ervaar. Zoiets als ‘Arnhems’ wordt alleen gepraat door een paar rasechte Arnhemmers in de kern van de achterstandswijken.
Intussen is basisschool De Masten, te Maliskamp, basisschool de Masten niet meer – het oude schooltje is gemoderniseerd. De Maliskampsestraat 62 is verbouwd en dus niet meer wat het was. Ik zou op dit moment nergens anders dan in een stad willen wonen. Maar, net zoals ik eens in mijn leven in Amsterdam gewoond wil hebben, ga ik er ooit weer terug. Naar Brabant. Al is het in het bejaardenhuis.
Heb jij een bijzondere band of herinneringen aan een plek in Nederland? Woon je nog dichtbij je roots? Mis je ze? Of voel je je eigenlijk overal wel thuis?
Foto’s zijn oude beelden en via Google.