logo




2 February 2012

Schrijfgraag – Mijn sterkte en mijn zwakte, je krijgt ze allebei

Gepost in overig, persoonlijk
Zo af en toe schrijf ik in de rubriek ‘Schrijfgraag’ over onderwerpen die niet per se met mode en beauty te maken, en waar wat meer schrijfwerk bij aan te pas komt.

“Mijn sterkte en mijn zwakte, je krijgt ze allebei”, zingt Marco Borsato in zijn nummer Maskers af. De meest simpele zin, maar ik vind hem erg mooi.

Hoewel ik een echte einzelgänger ben, is mijn interesse in de mens groot. Juist in de sterkte en de zwakte van de mens. Ik weet nog als de dag van gisteren dat we in de familie een discussie hadden over de film Komt een vrouw bij de dokter. De aller- allermooiste film die ik ooit heb gezien. Drie keer achter elkaar zag ik hem in de bioscoop (in combinatie met het feit dat ik gemiddeld ongeveer twee keer per jaar in een bioscoop kom). Technisch gezien was het misschien wel een flutfilm, daar heb ik absoluut geen verstand van en dat interesseert me ook eigenlijk niet. Hij raakte me gewoon op diverse fronten.

Waar de discussie over ging was het feit dat Stijn, de hoofdrolspeler, vreemdgaat terwijl zijn vrouw ernstig ziek is. En met ernstig ziek bedoel ik vol met kanker. Iets wat maatschappelijk en moreel gezien natuurlijk meteen door iedereen wordt afgekeurd. Ik zat in de bioscoop en zag echter niet Stijn zijn daden, maar ik zag Stijn als persoon – met emoties, zorgen, angsten en intenties. Stijn is naar mijn idee een goed persoon. Zijn gedrag valt niet goed te keuren, maar ik zag zijn vreemdgaan als een zwakte. En zwaktes, die zijn menselijk.

Niet alleen zwakte is menselijk, ook sterkte. Ik vond Stijn dan ook niet alleen zwak, ik vond hem vooral ook sterk. Wat hij deed was namelijk zelf op de been blijven (op zijn manier) om zijn vrouw te kunnen bijstaan. Want vergeet niet: waar zijn vrouw ziek was, was Stijn dat ook met haar. Waarmee ik bedoel: waar zij moest overgeven, gaf hij de bak aan. Waar zij pijn had, moest hij dat in haar ogen zien. En waar zij wist dat ze dood zou gaan, wist hij dat hij alleen achter zou blijven.

De film Komt een vrouw bij de dokter heeft me geleerd om niet zo snel te oordelen. Om te kijken naar een mens, en niet zozeer naar wat hij doet. Nog steeds heb ik, aard van het beestje, de neiging zwart/wit naar dingen te kijken, een mening te hebben en die te verkondigen, en de neiging te (ver)oordelen. Maar dan denk ik altijd weer aan Stijn.

Stijn ging vreemd, waar een ander zichzelf totaal zal gaan wegcijferen. Pietje zal gaan drinken, waar een ander zich tot God bekeert en aan het milieu gaat denken, Fransje zal zich verliezen in drugs en het uitgaansleven, waar een ander in een hoekje zal gaan zitten wegkwijnen. Het één is niet beter dan het ander – het is allemaal verdriet. Verdriet kent geen woorden, oordelen, of goedkeuringen. Het is er gewoon.

Mijn zwakte zijn mijn nagels. Wat ik er precies mee verwerk, of hoe ik me er  precies op af reageer weet ik nog steeds niet. Wat ik wel weet is dat ik al van jongs af aan nagels bijt. Ik kan me niet eens meer herinneren dat ik het niet deed. De ommekeer kwam toen ik ruim twee jaar geleden mijn huidige vriendje leerde kennen. Wat er precies gebeurde weet ik niet, maar na 1000 pogingen om ervan af te komen, was het feit dat ik niet wilde dat hij mij zag met afgekloven nagels, wat uiteindelijk maakte dat het lukte. Als vanzelf. Terwijl ik uit schaamte mijn nagels probeerde te verbergen, zei mijn vriendje later: ‘Ach, ik had het allang gezien. Mijn moeder doet het ook’. En dat was dat. Het was helemaal geen big deal voor hem.

Dat het voor hem geen big deal was intereseerde me helemaal niet zo erg; voor mij zijn mijn nagels één van de allergrootste deals van de wereld (geweest). Al als heel klein meisje keek ik vol bewondering naar nepnagels. Sterker nog: ik kocht ze zelf bij de Etos en plakte ze op, nadat ze er een minuut later weer afvlogen. Veel vinden het goedkoop en ordinair; ik vind het prachtig. Jaren stond ik kwijlend voor nagellakrekken, te ‘wachten’ op de dag dat er iets zou zijn om de lak op te smeren.

Photobucket
Links: de enige foto die ik kon vinden met ‘afgekloven’ nagels.
Rechts: de eerste foto die we maakten toen mijn nagels nog nooit zo lang waren geweest.

Ik kan niet voor anderen praten, maar voor mij betekende het nagels bijten grote schade. Het bijten zelf ziet er heel zenuwachtig en oncharmant uit, wat erin resulteerde dat er overal nare opmerkingen over werden gemaakt, en wat mijn sociale leven geen goed heeft gedaan. De afgekloven nagels lieten mijn zelfvertrouwen dalen, want ze confronteerden me er steeds mee dat ik niet genoeg discipline had ervan af te komen. Maar het ging nog veel verder: als ik nagels beet, functioneerde ik niet. Ik wist zelf nooit wanneer ik weer zou beginnen, om vervolgens niet meer te kunnen stoppen. Tijdens ballet, op school, thuis: als ik nagels beet kon ik niet schrijven, niet praten, niet eten, niet dansen, dan kon ik alleen maar nagels bijten. En me vreselijk ellendig voelen over het feit dat dat zo was.

Ja, ik ben er inmiddels goeddeels vanaf, maar net zoals er gezegd wordt: ‘eens een verslaafde, altijd een verslaafde’, geldt voor mij ook: ‘eens een bijter, altijd een bijter’. Het is mijn zwakte, en als ik me moe, alleen, verdrietig, eenzaam of gefrustreerd voel, zal ik naar mijn zwakte vluchten. Of ik nou de velletjes bijt, de nagels zelf of de nagellak af doe laten bladderen: mijn nagels waren, zijn en blijven een obsessie. En helaas (?) hoef ik er niet voor in een donker steegje te staan, maar zijn ze altijd bij me.

Photobucket
Als jullie een enkele keer een dergelijke foto voorbij zien komen, dan weet je nu hoe het komt.

Het sterke is echter dat ik langzaam leer te accepteren dat het zo is. Ik probeer te stoppen mezelf te straffen en tegen mezelf te vechten. Mijn vriendje vind het inmiddels erg moeilijk om me te zien bijten, omdat hij niet wil dat ik terugval in mijn oude gedrag, en omdat hij nu gewend is aan een vriendin met vaak mooie nagels natuurlijk. ‘Laat me’, zeg ik dan. ‘Je mag me overal bij helpen, maar dit is mijn zwakte. Iets wat altijd bij me zal blijven’. Hoewel ik begrijp dat het voor een niet-bijter onmogelijk te begrijpen is hoe het is, accepteert hij het met pijn en moeite. Op mijn opleiding imago styling heb ik geleerd dat mensen eerst van zichzelf en hun lichaam zoals die is moeten houden, willen ze aan kunnen komen of af kunnen vallen. Hetzelfde geldt voor nagels bijten: juist het feit dat mijn vriendje mijn bijten toen accepteerde heeft gemaakt dat ik ervan af kwam. Het feit dat ik het zelf zal gaan accepteren, zal me nog verder helpen ervan af te komen. Net zoals anderen honderd diëten proberen, heb ik honderden middeltjes geprobeerd. Ze zorgden alleen maar voor teleurstellingen. De mens is niet gemaakt met middeltjes – de mens is gemaakt met een hoofd, en vooral: een hart.

“Mijn sterkte en mijn zwakte, je krijgt ze allebei. Ik wil ze met je delen. Wil jij dat ook met mij?”

Foto’s door mij en oude beelden

  • Like deze post op Facebook:
Dit wil je vast ook lezen
Reacties