Valentijnsdag. Ieder jaar voel, hoor en merk ik weer die twijfel, die discussie: “Eigenlijk wil ik niet meedoen aan dat commerciële gedoe, maar niets doen is ook niet leuk”.
Persoonlijk heb ik een hekel aan opgelegde, autoritaire dingen. Dat hebben jullie al vaker gehoord, o.a. als verklaring voor het feit dat ik op dit moment een individuele poging tot ondernemen doe. Toch heb ik er óók een hekel aan dat zoveel mensen zeggen dat het ‘oh zo commercieel’ is. Dat voelt voor mij zo als principieel trappen tegen tradities, tegen de samenleving misschien wel. Ik denk altijd: ‘En Kerst dan? Hoe commercieel is Kerst wel niet geworden? De meeste mensen leggen toch echt nog braaf kado’tjes onder de boom’.’
Als je single bent, is het lekker makkelijk. Maar wel net zo makkelijk als niet met Kerst hoeven kiezen of je naar je ouders en schoonouders gaat: juist, je had liever dat luxeprobleem gehad, dan helemaal geen probleem.
Als scholier vond ik Valentijnsdag maar niets. Geen roos gekregen, betekende simpelweg niet populair. ‘Populairtjes’ kregen namelijk van hordes vriendinnen rozen. En ohja, de ‘nono’s’ ook van elkaar. Maar als je daar tussenin hing – in mijn geval- dan voelde het toch altijd een beetje als een afwijzing. Van wie dan? Ik weet het niet. Cupido misschien.
Als je dan wél een roos had, één of twee, dan was je óók de sigaar. Dan werd je de hele dag aangekeken van ‘oeeeh’, moest je van alles uitleggen, en bovendien blozend vooraan naar de klas lopen. Om vervolgens de rest van de dag je handen vol te hebben. Want het afgezaagde, maar toch wel lieve, gebaar in je kluisje verstoppen, was net zoiets als het woordje ‘nee’ retourneren.
Inmiddels ben ik gezegend met een vriendje die jarig is in februari. Dubbele pret dus. Met Valentijnsdag wil ik graag iets doen wat echt ‘Valentijn’-achtig is, om te voorkomen dat hij twee keer in de maand jarig zal zijn. Onderscheid moet er zijn. Vaak bedenken we dat we iets leuks zullen gaan doen, in plaats van elkaar een kado’tje te geven, maar dan ken je onze relatie nog niet: hij moet trainen, ik moet bloggen, hij moet werken, ik moet nog weer bloggen, om vervolgens toch maar tegen elkaar te excuseren: ‘Ach, Valentijn is ook eigenlijk maar commercieel gedoe. Laten we maar iets leuks doen op 21 juli’. Bij wijze van spreken.
Na twee Valentijnsdagen met mijn love hebben kunnen oefenen, weet ik nu eindelijk hoe ik de februari-dagen ga onderverdelen: met Valentijnsdag iets persoonlijks, met zijn verjaardag iets waar hij echt blij mee is.
Na twee Valentijnsdagen persoonlijke kado’tjes te hebben gegeven, is mijn inspiratie op. Ik bakte hartjeskoekjes, stelde een AH-pakket samen met al het eten waar hij een moord voor zou doen, gaf hem een boxer met mijn hoofd erop (ook een beetje eigenbelang natuurlijk)…
Als Valentijnsdag dan toch commercieel gedoe is, waarom dan niet écht op 21 juli? Dan kan ik tenminste nog even denken.
Je begrijpt: ook in mij leeft de Valentijnstwijfel en -discussie. Anyway… Happy Valentinesday!
Foto’s zijn oude beelden.