Een post waarbij ik nog steeds het gevoel heb dat die erg goed werd ontvangen, is die over mijn haar in 2012 (het waren er twee eigenlijk). Ik vind het heel erg leuk om met mijn haar te ‘spelen’ en ik ben blij dat jullie het leuk vinden daarvan het resultaat te zien. Omdat de reacties op die posts veelal klonken als: ‘Ik heb het meestal gewoon zus of zo’, dacht ik eens met wat tips over de brug te komen op dit gebied. Hoe kun je ervoor zorgen dat je je haar wat vaker net wat anders dan ‘normaal’ draagt?
Los of vast? Ja, ik bedoel: draag het wat vaker los als je het bijna altijd vast draagt, en draag het wat vaker vast als je het bijna altijd los draagt. Daar begint het volgens mij mee!
De makkelijkste manier om voor verandering in je haar te zorgen is: een stylingtool gebruiken! Als je krullen hebt betekent dat een stijltang (of nóg meer krullen met een krultang), als je stijl haar hebt betekent dat een krultang, maar er zijn nog tal meer effecten dan alleen die twee. Wafels, bijvoorbeeld.
Wat ook meteen een heel ander beeld geeft: een stukje van je haar verstoppen! Dit kan natuurlijk door een muts te dragen, maar – wat minder voor de hand liggend misschien- ook door lang haar gedeeltelijk in je koltrui te stoppen bijvoorbeeld. Dit staat vaak zowel chic als nonchalant, wat ik een erg leuke combinatie vind.
Draag hem eens in het midden als je hem altijd aan de zijkant hebt en zeg niet meteen: ‘Dat staat mij niet!’. Zie dat gegeven als een uitdaging en probeer een kapsel met een middenscheiding te creëren dat je wél leuk staat. Al is het een simpel knotje.
Een hele lage paardenstaart bijvoorbeeld, of een heel rommelige vlecht: het is zo gedaan, vereist geen precisiewerk (daar doe ik trouwens sowieso niet aan als het om mijn haar gaat: precisiewerk) en het staat vaak heel speels.
Altijd handig als je het zelf even niet meer weet: een accessoire het werk laten doen! Een haarbandje, haarcuff of sjaaltje: let eens op de mogelijkheden die er zijn als je dat voorheen nooit deed en ontdek een accessoire dat misschien wel perfect bij je past.
Niet te veel, want daar wordt het vaak niet mooier op, maar ze zijn ervoor dus gebruik ze: stylingproducten. Volumepoeder is handig om je haar stugger mee te maken, haarlak is handig om je creatie mee te laten zitten en mouse gebruik ik vaak om mijn haar met meer ‘messy’ mee te maken. Probeer wat jij handig/mooi vindt. Ohja, en vergeet je kam niet: touperen is soms een codewoord.
Als ik wel iets anders met mijn haar wil, maar even geen zin heb in de geijkte vlecht of staart, ga ik vaak met schuifspeldjes aan de slag. Gewoon wat proberen en schuiven (daar zijn ze voor) en maar zien wat eruit komt.
Dat hoeft niet meteen te het boetseren van de krullen van het model hieronder te betekenen, maar ben niet bang om te proberen en ben zeker niet bang om je haar ‘groot’ te maken. Geloof me: het zakt toch wel weer in. Laat je daar echter niet door ontmoedigen.
In het verlengde van de vorige tip: als je met je haar experimenteert op het gebied van stylen, kun je altijd makkelijk terug. Het is niet zo radicaal als verven en zeker niet zo radicaal als knippen, dus durf iets anders dan anders te doen. Als je het niets vindt, ben je zo weer bij het oude.
Wissel jij vaak af met je haar?
Bronnen foto’s:
Honestly WTF / Team Peter Stigter / POSE blog / Grazia.it