logo




22 June 2016

I’ve got the right to be wrong

Gepost in behind the blog

I've got the right to be wrong, joss stone, fashion is a party behind the blog, studeren, scholier, toekomst, rechtenstudie, persoonlijk blog, fashionblogger, fulltime blogger

Ik zong I’ve got the right to be wrong van Joss Stone, dat toen net was uitgebracht. Ja, zo jong ben ik inderdaad: in 2004 zat ik nog op de basisschool.

Het is voor mij een heel tof en krachtig nummer. Net kwam hij een soort van per ongeluk voorbij op Spotify. Op het goede moment, bij de goede emotie. Soms moeten dingen gewoon zo zijn.

Fouten durven maken is een zwaar onderschat iets, vind ik. Omdat fouten pijn doen. En niet de schoonheidsprijs verdienen. Maar een fout is goud. Wat mij betreft heeft het woord ‘fout’ dan ook de verkeerde definitie gekregen. De verkeerde connotatie. En de verkeerde associatie.

Ik lees op dit moment het boek ‘Een werkweek van 4 uur’. Of nou ja, lezen… Ik maak nooit tijd voor boeken, dus ik ben er slechts in begonnen. En laat hem nu waarschijnlijk net zo lang liggen tot ik weer opnieuw kan beginnen. Waarna het cirkeltje zich weer herhaalt.

Het boek beschrijft (flarden uit) het leven van Timothy. Hij deed volgens “het boekje” veel dingen fout in het leven. Werd honderd keer ontslagen enzo. Maar daardoor werd hij expert van de spelregels. Zodat hij tegenwoordig vier uur per week kan werken en daarmee meer verdient dan ooit. Dan trek ik de conclusie: die “fouten” van Timothy waren zo gek nog niet.

Een ander voorbeeld is John de Mol. Ik heb ooit gehoord dat John de eerste zeven jaar van zijn onderneming verlies maakte. Ik weet niet hoe betrouwbaar die bron was, maar laten we voor het gemak even doen alsof het waar is. Zeven (!) jaar. Ik heb geen idee natuurlijk, maar dat klinkt alsof hij op zijn minst niet alles goed deed. En best veel fout. Zie waar die fouten hem brachten.

Ik voel me op professioneel vlak heel erg aangetrokken tot die “foute” kant. Verder leid ik een heel braaf leven, maar werktechnisch is het al vijf jaar heftig. Elk jaar, tijdens Oud & Nieuw, denk ik dat het het komend jaar vast wel iets rustiger zal worden. Maar nee. Nu we halverwege 2016 zijn moet ik ook dit jaar weer constateren dat dat niet gelukt is. Voor zover het een doel was.

Hoewel ik de afgelopen vijf jaar mijn eigen plan heb getrokken, ging me dat heus minder stoer af dan het klinkt. Ik heb in die vijf jaar vaak genoeg gebalanceerd tussen wat ik dacht dat de maatschappij van me verwachtte en wat ik zelf wilde. Vooral omdat ik – om het nog wat ingewikkelder te maken- soms gewoon wilde wat er van me verwacht werd. Wanneer ik het zat ben om uitleg te geven, weerstand op te roepen of het vertrouwen in mezelf even op is, is het verleidelijk om de makkelijke weg te willen kiezen. Binnen drie seconden heb ik mezelf er dan weer aan herinnerd dat de makkelijke weg voor mij de moeilijke weg zal zijn. En als ik mezelf daar niet aan herinner doet iemand anders dat wel voor me. Gauw genoeg ga ik dan toch weer doen wat het beste bij mij past. Ik kan niet anders.

Wat ik denk dat de maatschappij van me verwacht(te)? Om te beginnen dat ik weet waar ik over vijf jaar wil zijn en staan. Die vraag krijg ik echt veel te vaak. Juist ik. Want mensen vinden dat als je zo bewust ergens níet voor kiest (studeren), je wel heel goed moet weten waar je wél voor kiest. En aangezien ik daar nooit een eenduidig antwoord op geef, heeft die vraagt me vaak genoeg onzeker gemaakt. Vandaag viel er echter opeens een kwartje.

Eén van de redenen dat ik niet ben gaan studeren is dat studeren voor mij voelt/voelde alsof ik me aan het voorbereiden zou zijn voor het leven ná mijn studie. Zo ervoer ik mijn leven namelijk toen ik nog op school zat: als voor spek en bonen. Nog niet serieus. Slechts een voorproefje van dat wat komen ging.

Onzin natuurlijk. Ik weet dat er veel is wat je naast je opleiding kunt doen om te laten zien wie je bent. En dat een opleiding heel vormend is. En dat je nog honderd jaar kunt werken. En ga zo maar door.  Maar om gelijk één van die argumenten te weerleggen: náást je opleiding voelde voor mij dus als half werk. Ik wilde gewoon the real deal. In mijn beleving is dat het werkende leven.

Terug naar dat gevallen kwartje. Wanneer iemand aan mij vraagt waar ik over vijf jaar precies wil staan, voel ik me weer even die scholier van toen. Want dan gaat het weer over later. Dan is het weer alsof wat ik nu doe allemaal voor spek en bonen is. Slechts ondersteunend aan wat er later van mij mag worden. Ik heb altijd al een ongelooflijke hekel gehad aan de ‘over vijf jaar’-vraag en ik vind het een opluchting dat ik eindelijk snap waarom.

Afgelopen weekend sprak ik iemand van in de tachtig die ook niet was gaan studeren. Terwijl hij rechter had willen worden. En dus deed hij het jaren later alsnog: die rechtenstudie. Anders zou het gebrek aan die studie altijd een soort onvolkomenheid van hem blijven.

Ik wil geen rechter worden. Ik wil selfmade zijn. En misschien ontdek ik gauw genoeg dat ik me ook selfmade voel als ik van mijn selfmade centen jaren later alsnog studeer aan mijn selfmade zolderkamer (al lijkt die zelfgemaakte zolderkamer me sterk). Zolang ik maar het recht heb om het “fout” te doen heb ik met dat toekomstscenario vrede.

  • Like deze post op Facebook:
Dit wil je vast ook lezen
Reacties