Een tijdje geleden las ik een artikel op Naoki dat me inspireerde: drie keer dat iets mislukte in mijn leven. Nog voordat ik goed en wel begonnen was aan de post, voelde ik al dat ik het heerlijk vond om te lezen over persoonlijke mislukkingen. Ik snap dat dat cru klinkt. Maar ook ik heb mijn onzekere buien, waarin ik diep in mijn hart ga geloven dat de hele wereld uit Josh V‘s bestaat. Dan ben ik blij met een tegengeluid.
Waarom Josh? Ze is de eerste die me te binnen schiet. Een heel populaire kledinglijn. De allermooiste designerspullen. De meest luxe reizen. Een vriend met status en looks. En zelf stond ze natuurlijk ook niet bepaald achteraan toen de schoonheden werden uitgedeeld. Natuurlijk: ik weet dat het oneerlijk is mezelf met vrouwen uit de categorie ‘bovenste 1%’ te vergelijken. En dat zelfs bij Josh het ongetwijfeld niet allemaal koek en ei is. Waarschijnlijk veel en veel minder koek en ei dan het lijkt. Maar ook ik ben dus bij vlagen vatbaar voor socialmediasprookjes. Nou goed, terug naar die mislukkingen.
Bij mij is uiteraard ook weleens wat mislukt in mijn leven. Ik denk regelmatig (over kleine dingen): shit, waar ging dit mis? Zelf gebruik ik trouwens niet snel het woord ‘mislukken’. Ik weiger namelijk in mislukken te geloven. Zie ook deze blogpost, die ik schreef voor mijn behind the blog-pagina. Fouten zijn veel waard en iets wat veel waard is vind ik geen mislukking. Neemt niet weg dat ik me een failure kan voelen als dingen niet gaan zoals ik wil dat ze gaan. Zeker als anderen daar (ook) de dupe van zijn. Maar het gevoel van falen mag (moet?) ik net zo relativeren als het gevoel dat de hele wereld uit Josh V’s bestaat.
Veel van de dingen die niet gingen zoals ik gewild of gehoopt had, heb ik de afgelopen jaren op mijn blog gedeeld. Het einde van VERSUS A bijvoorbeeld. Afscheid nemen van dieren. En het meest recent natuurlijk mijn ultrakorte zeilavontuur.
Ik kan en wil niet namens Vera schrijven, dus ik schrijf namens mezelf. Heel eerlijk? Ik dacht in die tijd: ‘Wat Willemijn en Martine kunnen, kunnen wij ook’. Niet omdat het zo makkelijk te evenaren is wat zij doen. Absoluut niet. Ook zeker niet omdat wij op hen lijken. Maar wel omdat ik dacht: Vera en ik zijn óók een leuk duo. En dat vind ik gelukkig nog steeds.
Waar ik me wellicht op verkeek? Dat we twee vrouwen zijn, wil nog niet zeggen dat we een tweede Willemijn en Martine zijn. Om te beginnen hadden wij het obstakel dat we een heel eind uit elkaar wonen. Daarnaast hadden wij al een aantal jaar onze eigen blogs/bedrijven, waarmee VERSUS A de aandacht deelde. Bovendien denk ik dat Vera en ik gedeeltelijk andere prioriteiten stellen.
In het leven werkt het bij mij vaak (niet altijd!) zo: ik zie beren op de weg en ga daarom die weg maar niet op. Bij VERSUS A ging het heel anders. Ik zag geen beren, maar van die lieve Snapchat vlindertjes. Dus ik die weg op. Waarna die vlindertjes toch opeens verdacht veel op beren leken.
Wat zou ik nu anders doen? Helemaal niets. Ik neem de Snapchat vlindertjes niets kwalijk, want ik vond VERSUS A een ontzettend leuk project. Zelden heb ik ergens met zoveel enthousiasme en energie aan gewerkt. Ik heb ervaren dat ik het heel leuk vind om samen met een fijne partner een bedrijf op te zetten. We zijn op tijd begonnen en op tijd gestopt. We waren altijd eerlijk naar elkaar. Er is nooit een onvertogen woord gevallen. Toch heb ik me ook aan het einde van VERSUS A best een failure gevoeld. Want wat ik voor ons voor ogen had, was niet om binnen een jaar de handdoek in de ring te gooien. Inmiddels kan ik gelukkig alleen maar trots zijn, want opgeven is soms helemaal niet zo’n slecht idee.
Dit is nog steeds het meest gevoelige onderwerp van de drie. In de afgelopen jaren nam ik afscheid van konijnen, een big en katten. Mijn huidige appartement koos ik vooral uit op het feit dat ik er mijn dierentuin kon huisvesten. En het eerste wat ik deed toen ik eenmaal hier woonde, was nog twee konijnen uit de opvang halen.
Lang waren die dieren niet zo’n probleem. Ik had het geld voor ze over (‘liever het hele jaar dieren dan twee keer per jaar op vakantie’), ik verzorgde ze goed, ik werd blij van ze: what’s the issue? Het issue was dat ik, naarmate ik ouder werd, steeds meer de behoefte kreeg om ‘iets’ op te bouwen. Een fijne huisje. Leuk werk, met progressie. Een sociaal leven. Dingen waar in meer of mindere mate tijd, geld en energie voor nodig zijn. Tijd, geld en energie die voor een groot deel naar mijn dieren gingen. Dat had en heb ik allemaal voor ze over, maar natuurlijk binnen redelijke grenzen. Die grenzen heb ik een paar keer overschreden. Verschrikkelijk vond ik dat.
Wat zou ik nu anders doen? Wat mij tegenwoordig helpt is nadenken hoe lang ik ergens (ongeveer) voor moet werken. Als dat de halve week is en het gaat niet over eerste levensbehoeften of een verantwoorde investering, dan gaat er iets niet goed. Focussen op kwaliteit in plaats van kwantiteit vind ik vaak niet leuk, maar probeer ik steeds meer te doen. En tot slot: als mijn tijd volgepland is, kan ik dus alleen tijd maken voor iets nieuws als ik iets anders opgeef. Maar dat is meer een streven voor de toekomst. Ik ben nog steeds vrij optimistisch als het op tijd aankomt.
Voor zover ik uit kan leggen wat hier “mislukte”, heb ik dat in deze vlog gedaan.
Wat zou ik nu anders doen? Tijd maken voor dingen binnen mijn comfortzone, voordat ik dingen buiten mijn comfortzone toezeg. Toen ik net terug in Nederland was en de chaos in mijn hoofd een plekje probeerde te geven, dacht ik: ik ben ook eigenlijk gek bij mijn hoofd dat ik dit wilde. Ik bedoel: ik wéét waarom ik dit wilde, maar het was gewoon niet realistisch. Er zijn zoveel dingen waaraan ik mijn batterij kan opladen (slapen, lezen, sporten, willekeurig creatieve dingen doen) en waar ik onvoldoende aan toekom. En dan maak ik wél tijd voor iets wat mijn batterij juist leegtrekt. Doordat ik – al is het kort- ervaren heb hoe het buiten mijn comfortzone is, ben ik alles binnen mijn comfortzone gelukkig weer veel meer gaan waarderen.
Ik ga misschien wel iets vaker op mijn bek dan gemiddeld, omdat ik niet houd van dingen aannemen van anderen. Zoals mijn pa altijd zegt: ‘Ik kan jou wel dingen vertellen, maar dat werkt niet bij jou. Jij moet ze zelf ervaren’. Dat verdient niet altijd de schoonheidsprijs, maar ik kan tenminste wel zeggen dat ik vlinders in beren heb veranderd.
Foto door Jan van Schaik.