Gadgets, apps, social media, apparaten: ik ben er nooit de eerste en de snelste mee geweest. In groep acht had ik als allerlaatste kindje mijn eerste mobieltje, en als allerlaatste ‘MSN’. Ik heb maanden een Hyves-pagina gehad, zonder er een foto van mezelf op te willen zetten (eng!), en Vera heeft maanden moeten zeuren voor ik een Twitter account aan wilde maken. Toen ik eenmaal een blog had, duurde het máánden voordat ik ontdekte dat je blogposts ook kon plannen – en niet direct na het maken online hoefde te zetten. Ik vond al die digitale innovatie een tijd lang te ingewikkeld, te tijdrovend, en een beetje te progressief. Ook was en is mijn punt: als je eenmaal zover bent, kan je eigenlijk niet meer terug.
Pas vanaf september heb ik een smartphone. Ook daarmee was ik dus zeker niet de eerste. De nieuwste telefoons vind ik persoonlijk niet te betalen, en de Samsung Galaxy Ace was al een hele vooruitgang op mijn LG Cookie – de telefoon die ik toen nog had. Mijn eerste smartphone werd dus de Galaxy Ace. Er ging voor mij een wereld open: niet meer minutenlang heen en weer scrollen over de Twitter pagina, maar handig de app downloaden. Eindelijk – net zoals iedereen- foto’s maken op mijn mobiel en ze kunnen delen met de rest van de wereld: twitpic’en!
Leuk én heel belangrijk als blogger – om digitaal op de hoogte te blijven. De hele dag door kan ik zo jullie reacties en tweets volgen, checken of mijn blogposts wel online zijn gekomen, zien of er interessante mailtjes zijn etc. Niet altijd even sociaal; de hele dag met mijn snufferd op mijn telefoon, maar dat is een ander verhaal.
Die smartphone heeft me toch wel een duwtje in de goede (?) richting gegeven: onderweg tweeten (als je dingen meemaakt) is veel leuker dan thuis vanachter je laptop, en als ik de supermarkt sta open ik gewoon één van jullie recepten tips via Twitter, om te zien welke boodschappen ik moet doen. Inmiddels ben ik ook maar vast aan Google + (het nieuwe social medium van Google, die Google Friend connect moet vervangen) begonnen (kostte me bijna een hele zondag uit te zoeken hoe het werkt, maar dan heb je ook wat!), en leerde ik om handig backstage op chronologische volgorde op jullie reacties te reageren (wist ik veel dat dat zo eenvoudig was!). Afgelopen Kerst heb ik zélfs maar toegegeven aan Wordfeud, omdat mijn hele familie tegen elkaar aan het spelen was, onder het dineren.
Ja, het Internet is nooit mijn passie geweest, maar ook ik word steeds handiger, efficiënter en beter online en met social media. En handiger, beter en efficiënter worden, betekent in dit geval ook zeker dat gadgets, apps, en social media leuker worden. En juist dán blijkt mijn bovengenoemde punt waar: als je eenmaal zover bent, kan je eigenlijk niet meer terug.
Degenen die mij op Twitter volgen (om binnen het thema te blijven), weten het wellicht al: afgelopen zaterdag had ik een aanvaring met Franse, magere kwark. Na een bezoekje aan de natuurvoedingswinkel was de verkoopster met grijze krullen zo vriendelijk ons een bak magere kwark kado te doen, waar ‘alleen een schepje uit was gehaald voor een proeverij’. Ervan uitgaande dat er vast wel een liefhebber gevonden zou worden, nam ik het vriendelijke gebaar aan. Even dacht ik nog: ‘Misschien zou een tasje eromheen wel veilig zijn’, maar ik wilde graag weer verder om mijn berg kleding en schoenen naar de reparatie te brengen.
Voorspelbaar hoe het afloopt: boodschappen, kwark, portemonnee en mobiel snel bij elkaar in mijn H&M shopper gegooid. Winkel hier, boodschapje daar, neerzetten, optillen, omwisselen… om er bij een overvolle Bakker Bart (hallo zaterdagmiddag!) achter te komen dat de deksel van de kwark af was gesprongen en zowel mijn mobiel, als mijn paraplu, als mijn suikervrije stroopwafels lagen te zwemmen in het witte goed.
‘Mobiel heeft vochtschade opgelopen’, luidt het oordeel van een reparateur in een achterafstraatje, die ik toch maar niet vertrouw. Hij zegt mijn telefoon wel in een uurtje te kunnen repareren, maar ik kies voor de officiële weg, en stuur mijn telefoon op naar het reparatiecentrum van mijn provider. ‘Reparatie kan tot twee weken duren mevrouw’, aldus de weinig meelevende callcentermedewerker. Twee weken?! Dat betekent: niets te doen terwijl ik op de bus wacht, niet wakker worden d.m.v. hersentrainer Wordfeud, niet meer voor het slapengaan kijken wat het weer morgen wordt, niet meer live vanuit de bioscoop Facebooken welke film ik aan het zien ben…
T.w.e.e. w.e.k.e.n. Dat ik het ooit zonder deed.