Ik ben nooit een paardenmeisje geweest. Heb nog nooit een Penny gelezen, en heb misschien één blauwe maandag op paardrijden gewild, maar toen me dat werd verboden lag ik er niet echt wakker van. Net zoals kunst, lijkt het wel alsof liefde voor paarden met de jaren moet komen. Want ineens lijk ik ze overal tegen te komen, alsof ik ze aantrek als een magneet.
Een dierenvriendinnetje ben ik altijd geweest. Al sinds mijn geboorte als de dood van spinnen (ik kan ze inmiddels beter gedogen, maar alsnog), maar verder zou ik het een droom vinden om een dierentuin in mijn tuin te hebben. Letterlijk, want ik heb dat vroeger vaak gedroomd. Een meisje met een dierentuin in haar tuin: het lijkt me de perfecte setting voor een romantische jeugdfilm.
Verder dan een konijn ben ik helaas nooit gekomen. Het is er niet bij ééntje gebleven, nadat ik op mijn vierde ‘Koosje’ kreeg. Al veertien jaar heb ik dus konijnen, en ben ik een soort halve konijnenfluisteraar. Terwijl mijn zusje altijd onwennig met de beestjes is gebleven, weet ik precíes hoe ik met ze om moet gaan en lijken ze me ook altijd echt te leren kennen. Het toppunt bereikte ik toch wel met de laatst overleden Baas: Baas en ik hadden echt een band. Oh ja, je mag me nu best uitlachen als je wilt.
Dat werd namelijk ook gedaan toen er in mijn examenjaar door mijn favoriete, maar ontzettend maffe, leraar Nederlands werd gevraagd of er iemand nog wat te vertellen had. Tenslotte ligt er toch niets op je te wachten in je examenjaar. Bij gebrek aan reactie, besloot ik maar mijn niet-altijd-even-tactische mond open te trekken. Ik vertelde over Plopje, Toetel en Baas. De drie konijnen die ik toen had. En ik vertelde het trots. Hoewel mijn leraar me hoog had zitten, keek hij me aan met een blik als: ‘je denkt toch niet dat ik je vanaf nu nog serieus neem?’. Zeventien jaar en drie konijnen hebben waar je wél naar omkijkt (veel meer dan toen ik vier, vijf, zes of zeven was)? Dat is blijkbaar zoiets als als volwassen man deze hobby hebben.
Verder dan een konijn ben ik dus nooit gekomen, maar wel ‘minder ver’: hamsters, een cavia, kanaries, zebravinken, ik heb ze allemaal gehad. Ik zou ze het liefst ook weer allemaal hebben. Zo’n hamster in een balletje door je kamer, een vogeltje die je wakker zingt… het is alleen zo jammer dat ze met zijn allen simpelweg erg gaan stinken en veel troep maken. Daar wil ik geen halve dagtaak aan krijgen, want ik wil niet de realiteitzin verliezen.
Ik houd van dieren, maar ik had nooit iets met paarden. Een paard neem je niet, zoals een konijn, als knuffeltje op schoot. Die staan niet tegen het glas met hun kraaloogjes en gespitste oortjes als je de dierenwinkel in loopt. Voor mij waren het een soort veredelde koeien. Totdat ik laatst met mijn vader ging wandelen (bij hoge uitzondering; ik ben niet zo van het sportieve, en ook niet zo’n natuurliefhebber) en het enige levende (ervan uitgaande dat planten en bomen dat niet doen) dat ik die middag tegenkwam paarden waren. Die grote beesten stonden daar voor mij echt het weiland te versieren. Via sierlijke bewegingen – iets waar ik, als balletliefhebster, dan wél weer van houd. Dieren waar ik, toen ik ernaast stond, me ineens heel klein en onwetend bij voelde.
Sindsdien zie ik om de haverklap paarden. Paarden die ik anders ook al zag, maar niet registreerde. Mooie paarden, die sierlijk bewegen. Wij stammen van de aap af, maar wat waren we mooi geweest als we van het paard af hadden gestamd! Niet voor niets het dier dat geen bek en poten heeft, niet voor niets het enige dier waar een meisjestijdschrift over wordt gemaakt. Lichtelijk gefascineerd ben ik wanneer Nadine uit dit filmpje backstage aan ons vertelt dat ze een baantje heeft, speciaal om haar paard te onderhouden. Ontroerd word ik, als ik in War Horse zie dat de relatie met een paard misschien wel veel betrouwbaarder is dan met een mens. Blij word ik, dat ik in de outfitpost van gisteren eens niet alleen op de foto sta.
Als ik ooit klaar ben om mijn volgende droom, een dierentuin in mijn tuin, te verwezelijken, dan begin ik met een paard.
Foto’s door Jan Neman.