Jullie weten dat ik niet vies ben van een confession hier en daar, dus hier komt de volgende: zo af en toe heb ik wat autistische trekjes. Na dat eerst lang ontkend te hebben, toen misschien wel gehoopt te hebben dat ik ‘iets’ had, en toen…
Wellicht kun je je nog even geen voorstelling maken van waar ik heen wil, maar als ik dit schrijf lig ik in bed (late night working is mijn guilty pleasure), neem ik even samen met jullie de dag door en kom ik vervolgens weer op mijn beginnende statement terug.
De dag begon al vroeg in de ochtend. Om 7:00 stap ik de deur uit, en drie seconde vantevoren besluit ik dat ik mijn konijn meeneem. Betsy is echt het braafste konijn die je je maar kunt wensen en toen ze afgelopen zaterdag mee ging kijken naar de hockeywedstrijd van mijn zusje, beviel dat eigenlijk erg goed. Ik vind mensen vaak maar ingewikkeld (autistisch trekje nummer 1) en voel me met dieren wat minder alleen (autistisch trekje nummer 2). Je weet wel: ze zeuren niet aan je hoofd, maar lijken wel altijd te voelen waar je behoefte aan hebt. Tenminste, dat beeld je je in als je een dierenvriend bent. In een ander geval zie je gewoon vier poten met twee oren erop, zonder daar enigszins sentimenteel van te worden, waarschijnlijk.
Als ik weer thuis kom is het pas 8:30 en ligt mijn vriendje nog te slapen. Dus dacht ik: laat ik mijn vriendje eens een ontbijtje op bed brengen (anti-autistisch trekje nummer 1, en oké: nu kap ik met deze onzin, goed?). Terwijl het eitje ligt te bruinen stapt hij echter de keuken in, dus zeg maar foetsie tegen plan 2 van de dag.
Plan 3 van de dag is werken. Werken, bloggen: het ene klinkt te stom, het andere klinkt weer te amateuristisch. Wat ik de hele dag doe zit ergens tussen werken en bloggen in, laten we het houden op ‘werkgen’. Heel veel werkgen dus. Todat het ‘s avonds 18:00 is, want ik houd van structuur en probeer dus af en toe te doen als ik een 9 tot 5 been heb. De grootste giller van de eeuw natuurlijk, want daar komt het in de verste verte niet in de buurt. Niet alleen omdat ik die mentaliteit gewoon niet heb, maar ook omdat ik simpelweg niet zo lang achter elkaar geconcentreerd kan worden, noch na 5 uur er afstand van kan doen. Ik werkgen dus non-stop met intervallen, zou je kunnen zeggen. Daar ging het nu echter niet om: mijn plan was om te werken, maar om 9:30 wil ik er al even tussenuit. Ik rek het op tot 12:30 en ga dan de stad in. Even een half uurtje, om eruit te zijn…
…wordt al gauw een aantal uur. Ik word afgeleid door iets, mis de bus, loop dan maar verder de stad in, heb weer niet genoeg tijd om terug te lopen voor de volgende bus, ga daarom even bij Ruben‘s werk ouwehoeren. Hij vraagt uiteindelijk of ik niet even wacht, want hij is toch bijna klaar. ‘Nee’ zeggen vind ik een te autistisch trekje, dus zeg ik ‘ja’. Met het idee thuis weer hard aan het werk te gaan.
Thuis blijkt echter de familie om 03:00 uur aan de lunch te beginnen, en ja: dus sluit ik maar aan. Eten en de structuur daarin aanbrengen is toch al niet mijn sterkste kant, dus doe ik lekker anti-autistisch mee. Ik probeer nog ondertussen mijn mail te checken, maar ‘NIET ETEN BIJ JE LAPTOP’ en ook plan nummer 12 (waar was ik met mijn telling?) faalt.
Yara zou ‘s avonds komen logeren, maar alles gaat anders dan gepland (‘hé, die kennen we ergens van!’), en daarvoor zou ik met Vera een biosje pikken, maar zij blijkt ziek, zwak en misselijk. Heb ik na het eten tijd genoeg over om de werkgen-schade van die middag in te halen! Maar nee hoor – deze dag gaat alles anders, dus skip ik mijn geroutineerde GTST om even héél hard de muziek aan te zetten, want daar had ik even héél hard de behoefte aan, en dat was héél lang geleden.
Plan 15, 16 bestaan ook uit werkgen, maar plan 17 t/m 23 uit slapen, en wel op tijd. Plan 17 t/m 23 gaat echter zo vaak anders dan gepland, dat níet op tijd (slapen dus) niet meer anders kan zijn dan meer planning dan uitzondering.
Nu ben ik bij het einde van dit stukje gekomen en já hoor, waar ik met een geniale afsluiter had moeten komen vraag ik me vooral af wat eigenlijk het doel is van het aanhalen van autistische trekjes (ik wil mezelf toch ook weer zeker niet als freak neerzetten?), waarom ik die irritanten plannen + nummering heb gebruikt, waar ‘m ook alweer de diepgang van dit stukje zit (ik wist het wel, maar het is dus al laat…) en met het realiseren dat ik eigenlijk een enorm cliché aan het uitmolken ben – namelijk dat je het leven niet kunt plannen. En eígenlijk, eígenlijk vraag ik me ook af of dat vandaag nou zo anders was dan gisteren, of eergisteren. Zo anders dan gepland?
De dag is doorgenomen, of eigenlijk vooral mijn hersenspinsels van vandaag – beter gezegd, dus dien ik nu weer terug te komen op die autistische trekjes. Alle touwtjes aan elkaar knopen. De cirkel rond maken. De kern samenvatten. Oh wacht, ik ken een woord waar ik (en jij ongetwijfeld!) nóg banger mee zijn gemaakt: de h.o.o.f.d.g.e.d.a.c.h.t.e. uit deze tekst halen. Ik word bang dat het autistische trekje ‘niet goed kunnen overzien’ de brui geeft aan deze Schrijfgraag…
…en toen was ik klaar met de vraag of ik nou iets ‘had’. Wat niet gescheiden is kan niet gescheiden worden, en dus zal ik het er mee moeten doen. Eén van die bijbehorendheden aan mij is het vertrouwen dat uit-ein-delijk de puzzelstukjes wel weer op zijn plaats vallen. En ja hoor: het állereerste wat ik vanochtend las was een prachtig artikel van The Guardian over Siamese Tweelingen. Wat niet gescheiden is kan niet gescheiden worden. Al is het dan anders dan gepland.