Vorig jaar was het krijgen van twee konijnennestjes (1 en 2) een echt hoogtepunt en ik heb zo’n vaag vermoeden dat het nieuws dat ik laatst aankondigde en daarmee vergelijkbaar is, één van de hoogtepunten van dít jaar zal zijn. Ik heb geen kinderen natuurlijk, maar babydieren krijgen voelt (denk ik, maar vast niet) een beetje als kinderen krijgen: ik wil de hele dag over niets anders praten, ben de hele dag bezorgd, uitermate gefascineerd en trots en last but not least vind ik ze natuurlijk de mooiste beestjes die ik ooit heb gezien. Laten we bij het begin beginnen.
Omdat ik zo van mijn konijnennestjes heb genoten en tenslotte ook cavia’s heb, wilde ik graag eens meemaken hoe dát nu is: een cavianestje. Heel anders, wist ik al vrij snel. Konijnen zijn nestblijvers, cavia’s zijn nestvlieders. Dat betekent dat konijnen na de geboorte een week of twee in hun nestje blijven liggen terwijl cavia’s niet eens een nest maken: de jongen worden geboren en ze huppen al rond. Konijnen hebben dan ook een kortere draagtijd en krijgen kleinere (maar meer) jongen. Konijnenjongen worden na zo’n 33 dagen geboren en lijken totaal niet op konijnen (dat vond ik althans). Het zijn meer mormels: nog kaal, blind en compleet afhankelijk van hun moeder. Eén van mijn drachtige konijnen was alleen heel knorrig voordat ze beviel en van de ander wist ik niet eens dat ze drachtig was: er was niets aan haar te merken, pas na de bevalling voelde ik dat ze langzaam dikker was geworden.
Hoe anders is dat bij cavia’s: mijn meisjes, Schurk en Tijntje, werden zo snel dik. Er was geen twijfel over mogelijk dat ze drachtig waren. Drachtige cavia’s worden net een driewieler vind ik: hun buik is alsof ze zijwieltjes hebben. Ze waren trouwens niet alleen dik, maar ook zwaar! Hun lichaam raakte helemaal uit balans: ergens overheen springen ging niet meer, want hun buik trok ze naar beneden. Toch kon het nog dikker en nog dikker tot (ik had er na elke ochtend tevergeefs kijken al niet eens meer op gerekend) daar op woensdagochtend 27 maart ineens drie jongen waren. En Tijntje er pontificaal naast zat: zo, die waren eruit! Ondanks dat ik wist dat ze drachtig was, was het een echte verrassing: ik had nog nooit een zwangerschap van een cavia meegemaakt immers en wist niet ook wanneer de dames bevrucht waren. Ik kon ze gelijk oppakken, want ik wist: cavia’s zijn niet zo kieskeurig en stoten hun jongen niet af zoals konijnen dat kunnen doen.
De jongen van Tijntje, net geboren:
Wanneer Schurk zou volgen wist ik niet, maar ik rekende op een dag, hooguit twee erna. Toen Schurk de dag van Tijntje’s bevalling lag te persen ging ik ervan uit dat ze de daarop volgende nacht (ze bevallen vaak ‘s nachts) zou bevallen, maar ik had het mis. Ook de nacht erna gebeurde er niets, net als de volgende en de volgende nacht… Schurk had alleen persneigingen gehad omdat de bevalling van Tijntje die opgewekt had. Het is algemeen bekend dat een drachtig vrouwtje sneller bevalt wanneer ze een andere cavia ziet bevallen of er jongen om haar heen zijn. Ondertussen schopten de jongen zich een rondte in haar buik: dat was duidelijk te zien, voelen en horen (met stethoscoop). Op zondag 7 april (ik had er na al die ochtenden tevergeefs kijken wéér niet meer op gerekend) zag ik opeens een slanke Schurk in het hok zitten: ze had net haar 3 mooie jongen op de wereld gezet.
De jongen van Schurk, net geboren:
Zes mooie jongen. Het eerste uur vielen ze nog wat om tijdens het lopen, maar vanaf het tweede uur werden ze al aardig arrogant. Wie het hardste kan piepen, wie het eerste bij mama is: dat soort dingen… Na een paar dagen zijn ze al zo goed als zelfstandig: ze eten, lopen, poepen, piesen en slapen zelf. Mama is er vooral nog voor de gezelligheid, wat extra melk, om je lekker door te laten schoonlikken en om gewoon lekker tegenaan te liggen.
Waar je bij konijnen veel meer ontwikkeling ziet, verandert er bij cavia’s vanaf de geboorte niet meer zoveel. Konijnen zijn nog halve embryo’s als ze worden geboren en zie je de weken erna langzaam de ogen openen, leren kruipen en huppen, beginnen met klauteren en gaan eten. Caviajongen zijn al “hele beesten” (zoals mijn vader het noemt) bij de geboorte: bij hen zijn al die konijnenontwikkelingen al voor de helft gebeurd als ze geboren worden en komt het er bij de andere helft in de eerste paar dagen in plaats van weken van.
Klik hier als je het filmpje niet kunt zien.
Ik dacht dat konijnen mijn favoriete huisdieren waren (ook omdat ik nooit een hond of kat heb gehad, zeg ik er eerlijk bij), maar cavia’s komen wel heel dicht in de buurt. Ze kennnen me door en door, of nou ja: ze beginnen ‘s ochtends als ik opsta te piepen, terwijl mijn bed een verdieping hoger staat, omdat ze weten dat het niet lang meer duurt voor ze eten zullen krijgen. Dat vind ik een soort van hetzelfde, haha. En ze kunnen zó ontzettend schattig dutten: als een hond in zijn mand, opgekruld in het “zaagsel”. Dan zijn ze ook nog eens ontzettend lief voor elkaar: met zijn negenen (nu even 8, omdat de gecastreerde papa waarschijnlijk een schimmel heeft en daardoor apart zit) liggen ze het liefste allemaal tegen elkaar en zoeken elkaar constant op, likken elkaar constant af. Ook hebben ze allemaal een echt eigen karaktertje. Zes kleine en drie grote wonders heb ik voor nu, waar ik vanuit mijn ooghoeken stiekem de hele dag naar kijk.
P.S. Voor deze dame zoek ik nog een baasje! Wil jij een baasje voor haar zijn of ken je iemand die dat zou willen? Mail me dan.
Foto’s door mij.